Een ingekorte versie van dit artikel verscheen in de Hortuskrant van maart 2009 door Fred Triep
Het geslacht Vitis behoort met nog 14 andere geslachten tot de wijnstokfamilie of Vitaceae. Deze familie bestaat uit kruiden heesters en bomen, die we klimplanten kunnen noemen. De wijnstok, waar de druiven vandaan komen en waarvan de wijn van gemaakt wordt, is één van de ongeveer 65 soorten uit het geslacht Vitis. De wilde wijnstok komt waarschijnlijk uit het gebied van het Midden Oosten en het Oostelijke deel van het Middellands Zeegebied. De wijnbouw is zeker al 5000 jaar oud en de deze begon in het gebied tussen de Zwarte Zee en de Kaspische Zee. De Vitaceae, een oude familie Deze familie ontstond waarschijnlijk in de geologische periode Krijt, ongeveer 110 miljoen jaar geleden. In de nieuwste indelingen volgens de Angiosperm Phylogeny Group neemt deze familie een aparte plaats in, met weinig directe verwanten. Bijna alle planten uit deze familie hebben ranken, waardoor ze als klimplant omhoog kunnen groeien. Een rank is een orgaan, dat zich kan oprollen en dat een tak aan een steun kan binden. De ranken van Vitaceae zijn vertakt en staan - kenmerkend voor deze familie - tegenover de bladeren.
De mannelijke en vrouwelijke bloemen zitten apart De bladeren van de druif zijn handvormig en aan de onderkant behaard. De bloempjes van de druif zijn klein en groen. Ze zitten in gedrongen pluimen. Hieruit ontstaan aan het einde van de zomer de druiventrossen. Bij de gedomesticeerde druif zitten de mannelijke en de vrouwelijke bloempjes apart, maar op dezelfde plant. Men spreekt dan van eenhuizige planten. Bij de wilde soorten zitten de geslachten op verschillende planten, deze planten noemt men tweehuizig. De mens heeft door selectie de eenhuizigheid versterkt en de vorming van grotere druiven gestimuleerd. Snoeien van de wijnstok voor groter druiven De druif vormt lange en korte loten. De lange loten verhouten en daarop ontstaan elk jaar de nieuwe kruidachtige stengels met bloemen en druiventrossen. Om de druiven gemakkelijk te kunnen plukken, moet de wijnboer de lange loten elk jaar snoeien. Wijnbouw vindt plaats op de wereld, waar de gemiddelde jaartemperatuur tussen de 10° en 20° is. De verschillende rassen (zoals de Riesling, Gamay of Chardonnay) zijn in de diverse wijnbouwgebieden veredeld om zo groot mogelijk druiven met zo veel mogelijk suiker er in te verkrijgen. In Noord- Amerika komen de wilde druivensoorten V. labruscar (fox grape) en V. aestivalis voor. Deze soorten zijn gebastaardiseerd met de Europese V. vinifera en daarbij kwamen andere eigenschappen in de huidige wijnstok binnen. De wijnbereiding Witte wijn kan zowel uit groene als paarse druiven gemaakt worden. Om witte wijn te maken, verwijdert men na het uitpersen de schillen en de pitten uit de most. Rode wijn krijgt men, als men de schillen van de paarse druiven mee laat gisten in de most. Deze schillen leveren anthocyanen en tanninen aan de rode wijn. Omdat op de schillen van druiven gistcellen voorkomen, gaat de most vrij snel vergisten. In de Hortus groeien enkele druivensoorten. Tegen het Hugo de Vriesgebouw groeit Vitis davidii uit China en regen de Oranjerie Vitis coignetiae. Aan het eind van het Hugo de Vriesgebouw en in het hek langs de Oranjerie groeien nog twee andere druivensoorten: Vitis amurensis en Vitis vinifera. Verzorging
Heeft u vragen over de verzorging van deze planten? Die kunt u stellen op mijn
forum
over de verzorging van planten.
Misschien weet iemand het antwoord of staat er reeds een antwoord voor u.
Literatuur C. Kalkman
http://darwin-online.org.uk/content/frameset?itemID=F1733&viewtype=text&pageseq=1
Stevens, P. F. (2001 onwards).
Voor aanvullingen of reacties, stuur mij een email: email: Fred Triep
|