Dit artikel verscheen in de
Hortuskrant van juni 2005
door Fred Triep
In dit kwartaalthema “symboolplanten” wil ik graag aandacht schenken aan
de kapokboom. De ongeveer tien verschillende soorten kapokbomen behoren tot het
geslacht Ceiba. De bomen uit dit geslacht en die van Bombax en Adansonia
(de baobab) werden tot voor kort in een apart familie Bombaceae
(kapokbomen) gestopt. Door de ontwikkeling op moleculair- biologisch gebied
weten we nu, dat deze groep tot de Malvaceae (Kaasjeskruidfamilie)
gerekend moet worden. Deze groep vormt in die familie nog wel een onderfamilieBombacoideae).
De kapokbomen komen oorspronkelijk uit het tropische oerwoud, waar ze
dikwijls ruimschoots boven de andere bomen uitsteken. Zij kunnen een hoogte van
zestig meter bereiken. De bekendste soort is de kapokboom (Ceiba pentandra),
die oorspronkelijk uit Zuid- Amerika komt. Hij groeide daar vanaf Mexico tot
Brazilie. Hij is door de mens over grote delen van de tropen verspreid.
Klik op de thumbnails als
je de grote foto's (respectievelijk 151 Kb en 184 Kb ) wilt zien
Links: De kapokboom (Ceiba
pentandra), die in Palmenkas van de Hortus staat Rechts:Een kapokbomensoort in de droge tijd in
Madagaskar
Foto's : Fred Triep
Bomen om onder te schuilen
De Maya's zagen de
kapokboom als de verbinding tussen het leven op de grond en in de hemel. Volgens
andere inheemse volken draagt hij de hemel. Daarom sparen de autochtonen in
Zuid- Amerika, bij het omhakken van stukken oerwoud, toch deze bomen.
De kroon van de
kapokboom heeft de vorm van een paraplu. De stam is bezet met grote stevige
doorns. Deze boom vinden we in de tropen zowel in natte altijd groene bossen als
ook in seizoensbossen. In deze seizoensbossen laat hij, tijdens de droge
tijd, de bladeren vallen. De bladeren zijn handvormig gedeeld in vijf tot negen
blaadjes. Grote bomen vormen onder aan de stam stevige plankwortels.
De bloemen van de kapokboom zijn niet erg opvallend. De ongeveer drie centimeter
lange schermbloemen zijn wit tot paarswit. De bloemschermen verschijnen voordat
de bladeren uitlopen en alleen op de nieuwe takken. De bloemen geuren naar zure
melk, wat waarschijnlijk de vleermuizen aantrekt.
Klik op de thumbnails als
je de grote foto's (respectievelijk 165 Kb en 125 Kb ) wilt zien
Links: De bladerkroon van
de kapokboom, die in de Palmenkas van de Hortus staat Rechts:De stam (met stekels) van
de kapokboom, die in de Palmenkas van de Hortus staat
Foto's : Fred Triep
Zachte pluizen
om bedden mee te vullen
De vruchten zijn
langwerpige peulen van maximaal vijftien centimeter lengte. De zaden in de
peulen zijn omgeven door vruchtpluis, dat als kapok in de handel wordt gebracht.
De vezels uit het vruchtpluis zijn te glad om garens van te spinnen. Het wordt
gebruikt als vulling van regenjacks, zwemvesten, zittingen van stoelen,
matrassen en zadels. De Indische kapokboom (Bombax
ceiba) levert meer kapok op, maar de kwaliteit
van deze kapok is veel minder dan die van de Zuid- Amerikaanse kapokboom (Ceiba
pentrandra). Uit de zaden van de
kapokboom kan een olie worden geperst, die gebruikt wordt als spijsolie. Deze
olie wordt ook gebruikt voor zeep of als lampolie. Het hout van kapokboom is
licht en zacht en niet goed bruikbaar om er meubels van te maken. Deze
eigenschap beschermt hem ook tegen de houtkap door mensen. Indianen hebben het
hout van de kapokboom wel gebruikt om er reusachtige kano’s van te maken.
Klik op de thumbnails als
je de grote foto's (respectievelijk 93 Kb, 68 Kb en 87 Kb ) wilt zien
Links: Een
kapokbomenvrucht die nog aan de boom hangt Rechts:Een opengebarsten vrucht van een kapokboomsoort
in Madagaskar Foto's: Fred Triep
Helemaal rechts: Een opengebarsten vrucht van de
kapokboom (Ceiba pentandra) uit de Hortus Foto: Yolente Verbeek
Hospes voor
dieren en planten
In het natuurlijke
biotoop, waarin deze boom voorkomt, heeft hij ook een belangrijke functie voor
andere organismen. De boom draagt dikwijls verschillende epifytensoorten, zoals
bromelia’s. Daarnaast gebruiken vogels en
kleine zoogdieren hem als onderdak. In het water, dat
in de kelk van de bromelia’s wordt verzameld, komen weer boomkikkers voor.
In de Hortus kunt u een grote kapokboom aantreffen in de
Palmenkas, vanaf de ingang gezien in het rechter gedeelte van de kas.
Literatuur
Vernon
Heywood
Bloeiende planten van de wereld
Elsevier, 1979
Jens
G. Robwer
Tropische planten- met inbegrip van bomen, struiken en voedselgewassen
Tirion Uitgevers, Baarn, 2003
ISBN 90-5210-520-0