Dit artikel verscheen in de Plantage Hortus van juni 2001 door Fred TriepIn dit nummer over specerijen wil ik aandacht schenken aan de kassia. De kassia, de kaneel, de Japanse kaneelboom en de kamferboom zijn vier planten uit hetzelfde geslacht Cinnamomum. Het geslacht Cinnamomum is een van de ongeveer 32 geslachten (met circa 2500 soorten) uit de Laurierfamilie (Lauraceae). Tot deze familie behoren struiken en bomen uit subtropisch en tropische streken, waaronder de laurier en de avocado. Alle planten uit de familie hebben leerachtige en groenblijvende bladeren, die oliecellen bevatten. Door die oliecellen in de bladeren en andere delen van de stengel, levert de familie een aantal aromatisch producten. De kaneelboom (C. zeylanicum), de Japanse kaneelboom (C. japonicum), de kassia (C. cassia) en de kamferboom (C. camphora) hebben hun oorsprongsgebied in Zuidoost- Azië. De kassia komt oorspronkelijk uit een gebied van Zuidoost- China tot het oostelijk deel van de Himalaya. De kassia is een boom, die zeven tot tien meter hoog kan worden. Hij is kleiner dan de kaneelboom, maar de bladeren zijn groter. De bladeren zijn elliptisch tot lancetvormig en ongeveer 18 cm lang. De dikke schors is aromatisch. In de vroege zomer bloeit de kassia met kleine gele bloemen, die aan lange stelen naar beneden hangen. Evenals bij de kaneel wordt kassia (ook wel Chinese, valse of bastaardkaneel genoemd), verkregen uit de schors van de boom. De schors wordt verwijderd van de stammen en de takken en daarna laat men de schors drogen. Tijdens het drogen krullen de stukken schors om in de vorm van lange pijpen. De kleur van deze pijpen varieert van licht roodbruin voor de dunne delen tot grijs voor de grotere delen. Kassiaschors is grover en dikker dan kaneelschors. Het poeder van de kassia is roodbruin, terwijl dat van de kaneel taankleurig is. Kaneel en kassia zijn al lang bekend als specerijen. Vanaf 1500 jaar voor Christus stuurden Egyptenaren handelsexpedities naar Somalie om kaneel en kassia van tussenhandelaren te kopen. De oude Romeinen kochten deze specerijen van de Arabische handelaren, maar door deze tussenhandel waren de prijzen hoog. Kaneel, kassia, maar ook peper werden in de loop der tijd zo belangrijk voor de Europese volken, dat zij ontdekkingstochten gingen maken naar het oosten en het westen om deze specerijen op een goedkopere manier te verkrijgen. Kassia schors heeft in vergelijking met kaneel een scherpere en minder fijne geur dan kaneel schors. Evenals kaneel bevat de plant olieachtige stoffen, waaronder cinnamaldehyde (kaneel- aldehyde). Kassia wordt gebruik om smaak aan het eten toe te voegen, in het bijzonder aan likeuren en chocola. Hoewel kaneel en kassia in vele landen onderling uitwisselbaar gebruikt worden, wordt kaneel vooral gebruikt voor zoete gerechten of gerechten, die een subtiele smaak behoeven. Kassia wordt vooral gebruikt in sterke, pittige hoofdgerechten, bijvoorbeeld curry's, pilavs en gekruide vleesgerechten. Daarnaast wordt kassia vaak gebruikt in gerechten met gestoofde vruchten, vooral die met appels. Ook de gedroogde onrijpe vruchten van de kassia worden gebruikt. Deze worden 'kassiaknoppen' genoemd. Zij worden verwerkt in snoepgoed. Ook worden ze gebruikt om zoetzuur een kaneelsmaak te geven. In zijn oorsprongsgebied wordt de kassia ook voor medicinale doeleinden gebruikt. Kassia kan gebruikt worden tegen misselijkheid en opgeblazenheid. Tegenwoordig wordt kassiaschors ook verkregen van de verwante soorten C. burmannii (padang kassia) uit Indonesie, C. loureirii (Saigon kassia) uit Vietnam en C. sintok uit Maleisië. De Japanse kaneelboom (C. japonicum) wordt voornamelijk gekweekt voor zijn sierwaarde. deze boom staat in de Palmenkas. In de Hortus kunt u de Kassia vinden in het subtropisch gedeelte van de Drie- klimatenkas. Literatuur Vernon H. Heywood Frederic Rosengarten Encyclopedia of spices
Voor aanvullingen of reacties, stuur mij een email: email: Fred Triep
|