Dit artikel verscheen in de Plantage Hortus van september 1995 door Fred TriepDe Kentiapalm is een plant, die van oorsprong alleen voorkwam op de Lord-Howe- eilanden in de Stille Oceaan ten oosten van Australie. Een plant, die alleen in een bepaald gebied (een eiland) voorkomt, noemen we een endeem. Heel veel geïsoleerde eilanden hebben endemische planten. De Kentiapalm (Howea fosteriana) is door zijn sierwaarde over de hele wereld verspreid en wordt daardoor nu op meerdere plaatsen in de subtropen aangetroffen. Hij wordt ook als kamerplant verkocht. Als kamerplant is hij betrekkelijk gemakkelijk te houden, omdat hij op schaduwrijke plekken groeit en geen echte rustperiode kent. Het kunnen echter bomen van acht tot tien meter worden, daar moet u wel rekening mee houden! Evenals andere palmbomen (Arecaceae) heeft de Kentiapalm een kale stam met bovenin blauwgroene bladeren van twee tot drie meter lang. De verwante soort H. belmoreana groeit in de natuurlijke omstandigheden in de buurt van de Kentiapalm. Deze palm heeft echter een dikkere stam en onderscheidt zich ook door een verdikking aan de basis van de stam. Daarnaast heeft H. fosteriana een vertakte bloeiwijze, terwijl die van H. belmoreana onvertakt is. Onderstaande foto's laten grote exemplaren van de twee soorten Howea zien, die gefotografeerd zijn in de Hortus van Leiden. In de Hortus (in de Plantage) kunt u Howea fosteriana vinden in het tropische gedeelte van de Drie- Klimatenkas. Verzorging Heeft u vragen over de verzorging van deze plant? Die kunt u stellen op mijn forum over de verzorging van planten. Misschien weet iemand het antwoord of staat er reeds een antwoord voor u.
Voor aanvullingen of reacties, stuur mij een email: email: Fred Triep
|