Dit artikel verscheen in de Plantage Hortus van september 1990 door Fred TriepHet geslacht Rhipsalis bestaat uit cactussen die meestal in een wat vochtiger milieu groeien dan de bolletjes, die op ons vensterbank staan. Ze verdragen ook geen maandenlange droogteperiode. Rhipsalissen zijn voor het grootste deel epifyten, dat zijn planten die wortelen op boomstammen of andere planten zonder te "profiteren" van de gastheer. Ze gebruiken hun gastheer alleen maar als een "verankering". Ze worden ook op bemoste rotsen gevonden. Tot dit geslacht behoren volgens de beschrijvingen ongeveer een zestigtal soorten. Omdat oude en jonge planten soms heel erg van elkaar afwijken, is het werkelijke aantal soorten mogelijk kleiner dan het beschreven aantal. Cactussen zijn gekenmerkt door areolen, dat zijn kussenvormige hobbeltjes op het plantenlichaam, waarop doornen (in plaats van gewone bladeren) staan. Bij het geslacht Rhipsalis zijn deze areolen alleen bij de jonge planten duidelijke zichtbaar. Op de oude planten kunt u ze alleen terugvinden, doordat op die plekken nieuwe leden zijn ontstaan. De leden van Rhipsalissoorten zijn rond, kantig of plat, soms zelfs bladvormige verbreed. Deze leden tezamen vormen een rijk vertakte hangende struik. De bloemen zijn klein en niet zo opvallend als bij de andere cactussen. Ze zijn wit, geel, oranje of rood en deze bloemen verschijnen aan het eind van de rustperiode. De rustperiode voor deze planten is niet het maandenlange "afzien" van water zoals bij de bolcactussen, het is een periode waarin het wat droger is. Na bestuiving ontstaan na enige tijd uit de bloemen besvormige vruchten, die wit, rood of zwart zijn. Deze bessen worden waarschijnlijk door vogels verspreid. De Rhipsalissen hebben een heel groot verspreidingsgebied. Evenals alle andere cactusgeslachten komen ze voornamelijk in de Nieuwe Wereld (Noord, Midden en Zuid Amerika) voor. Daar groeien ze in een gebied van Florida tot in Brazilie. Een van de soorten uit dit geslacht, Rhipsalis cassutha, is de enige soort uit de cactusfamilie die zich ook over de Oude Wereld heeft verspreid (onder andere over het vastenland van Afrika, Madagaskar, Sri lanka en enkele andere eilanden in de Indische Oceaan). Rhipsalis soorten zijn voor de kweek probleemloze planten. Ze hebben niet erg veel zon nodig en kunnen daarom ook aan een schaduwrijke muur in uw huiskamer goed groeien en bloeien. Men kan ze voortkweken uit zaad of door een jonge tak te laten wortelen. In de hortus komen enkele soorten uit het geslacht voor. U kunt ze vooral in de warme kas aantreffen. Deze kas is een van de drie kleine kasjes middenin de Hortus. Verzorging Heeft u vragen over de verzorging van deze plant? Die kunt u stellen op mijn forum over de verzorging van planten. Misschien weet iemand het antwoord of staat er reeds een antwoord voor u.
Voor aanvullingen of reacties, stuur mij een email: email: Fred Triep
|