Dit artikel verscheen in de Plantage Hortus van december 2000. door Fred TriepDe Saguaro is één van de tweeduizend soorten van de familie Cactaceae. Door leken worden vaak alle planten die een verdikt lichaam hebben, cactussen genoemd. Maar tot de stamsucculenten (=planten met een verdikt stam) behoren naast de cactussen ook nog vetplanten, waaronder Pachypodiums en Euphorbia's. De Cactaceae zijn gekenmerkt door verzonken kussentjes, de areolen. De kussentjes zijn de restanten van zijtakken en ze zitten op knobbeltjes of op ribben. Op de areolen zitten bij de meeste soorten doornen, alleen de primitieve Pereskia bezit nog bladeren. Cactussen komen bijna uitsluitend voor in Noord- en Zuid Amerika. Het is niet zeker of de enkele soorten, die in Afrika aangetroffen worden, geïmporteerd zijn of op natuurlijke wijze ontstaan. De schijfcactussen (Opuntia) uit het Middellandse Zeegebied zijn daar waarschijnlijk gekomen door import uit de Nieuwe Wereld. De meeste soorten uit de nieuwe wereld komen voor in steppes of halfwoestijnen met onregelmatige neerslag. Eén van de concentratiegebieden van cactussen is de Sonorawoestijn, die op de grens van Mexico en de Verenigde Staten ligt. In dit gebied komt ook de Saguaro (Carnegiea gigantea) voor, die als enige soort tot het geslacht Carnegiea gerekend wordt. Deze cactus werd in 1848 door de Duitse pionier en botanische verzamelaar Georg Engelmann langs de oevers van de Gila- rivier in Arizona ontdekt. Waarom ik deze cactus in dit nummer over 'de maat en de vormen in de natuur' wil bespreken, is zijn grootte. De Saguaro is de grootste cactus van de wereld. De plant kan wel twaalf meter hoog worden, maar deze hoogte bereikt hij pas na ongeveer 200 jaar. De zuil heeft dan een doorsnede van zo'n 60 centimeter en weegt ongeveer 1000 kilo. Deze cactus groeit in de V.S verspreid in de halfwoestijn van Arizona en het zuidoosten van Californië. Daarnaast groeit hij ook in het noordoosten van de Mexicaanse staat Sonora. Veel mensen in Europa kennen deze cactus, ook al zijn ze nooit in de Verenigde Staten geweest. In strips bijvoorbeeld 'Lucky Luke', wordt de Saguaro als stereotype van een cactus getoond. De eerste jaren van de groei is de zuil van deze cactus onvertakt. Pas na ongeveer 70 jaar gaat de plant zich vertakken. De vertakkingen krommen zich vrij abrupt, zodat de zijtak naast de stam omhoog groeit. Na ongeveer 30 jaar komt de Saguaro tot bloei. De bloemknoppen ontwikkelen zich in april en in mei komen de witte bloemen uit. Aan het einde van de avond (rond 22.00 uur) openen de bloemen zich. Een bloem is tot het einde van de volgende dag open. De belangrijkste bestuivers van de bloemen zijn de vleermuizen, die 's nachts de nectar komen drinken. Maar ook motten, bijen en vogels zijn verantwoordelijk voor de bestuiving. De vruchten rijpen eind juni, begin juli en zij barsten open tegen de tijd, dat er in juli regen gaat vallen. Juliregen is nodig voor het ontkiemen van de zaden en het wortelen in de zanderige grond. Dit beperkt ook hun groeigebied; in gebieden met regen in andere delen van het jaar kunnen ze zich niet vestigen. Een vrucht bevat 2000 zaden en één Saguaro kan in één groeiseizoen wel 200 vruchten vormen. Dat betekent, dat deze cactus 400.000 zaden per jaar kan produceren. Van deze grote hoeveelheid zal slechts een klein deel ontkiemen en verder groeien, afhankelijk van de neerslag en de beschaduwing door andere planten in de woestijn. Het rode vruchtvlees wordt graag gegeten door mieren, vogels en knaagdieren, die zo de zaden verspreiden. De groei van deze cactus is erg traag: een 10 cm grote Saguaro is 8 tot 25 jaar oud. Een boom van 4,5 meter hoogte is 60 tot 100 jaar oud. Naast voedsel geeft de Saguaro ook beschutting en bescherming aan de dierenwereld in de Sonorawoestijn. De gilaspecht en de goudspecht maken elk voorjaar nestholen in cactusstammen. Deze holen worden later gebruikt door de kabouteruil, de kleine schreeuwuil, de cactuswinterkoning, de 'western kingbird', de 'Lucy's warbler en de purperzwaluw. Omgevallen exemplaren worden door de 'cactus mouse' als woonruimte gebruikt. De naam Saguaro is afkomstig van de Papago- en Pima- indianen. Uit het sappige vruchtvlees maakten de Papago- indianen jam, siroop en een soort ceremoniële wijn. De zaden, die vetrijk zijn, werden gebruikt als voer voor hun kippen. Bij de bouw van hutten en hekken gebruikten ze de verhoute steunribben. De blanken en hun vee hebben veel schade aangericht aan de Saguaro bossen in het zuidwesten van de Verenigde Staten. In de tachtiger jaren van de negentiende eeuw nam de begrazing van het groeigebied door vee behoorlijk toe. Daardoor werd de vegetatie, die voor een belangrijk deel schaduw geeft aan de jonge Saguaro planten, verminderd. Ook de capaciteit van de grond om water vast te houden nam af. Daardoor vond men in sommige Saguaro bossen alleen oude planten van 100 tot 200 jaar oud. Gelukkig is de begrazing in de twintigste eeuw weer afgenomen, waardoor herstel mogelijk werd. Ter bescherming van de Saguaro en zijn landschap werd in 1933 het Saguaro National Monument opgericht. In oktober 1994 werd dit opgewaardeerd tot een National Park. Het Saguaro National Park bestaat nu uit twee stukken van de Sonora woestijn rondom Tucson in Arizona. Volgens het Smithsonian Magazine van januari 1996 gaat het nu weer goed met de Saguaropopulatie: ondanks koude periodes, branden en stropers zit er groei. De Saguaro vindt u ook in de Hortus. Een klein onvertakt exemplaar van 8 jaar oud kunt u zien in de Mexicaanse kas. Literatuur Lyman BensonThe Cacti of the United States and Canada Stanford University Press, 1982 Vernon H. Heywood Wolfgang Bittmann en Brigitte
Fugger Saguaro National Park Saguaro National Park The saguaro survives: 11,000 years and still
growing
Voor aanvullingen of reacties, stuur mij een email: email: Fred Triep
|