Dit artikel verscheen in de Hortuskrant van september 2003 door Fred Triep
Slangenkruid is één van de ongeveer dertig soorten uit het geslacht Echium. Dit geslacht behoort tot de familie Ruwbladigen (Boraginaceae). De planten uit deze familie zijn behaard op stengels, bladeren en zelfs de bloeiwijzen. De familie bestaat uit ongeveer twee duizend soorten. Ze groeien vanaf de poolstreken tot in de tropen. Het merendeel van de soorten komt echter uit de gematigde streken van het Noordelijk halfrond, met als centrum het Middellandse Zeegebied. Het verspreidingsgebied van het slangenkruid (E. vulgare) loopt van west Europa tot in Centraal Azië. In Nederland wordt deze plant voornamelijk in de kalkrijke duinen aangetroffen Slangenkruid is een één of tweejarige plant, afhankelijk
van het tijdstip van het uitlopen van het zaad. Als het zaad ontkiemt, wordt er
eerst een bladrozet gevormd. De bladeren van het bladrozet zijn lang en dun, tot
maximaal 20 cm lengte. Als het zaad in het voorjaar is ontkiemd, dan kan er in
de zomer nog een bloeistengel worden gevormd, anders gebeurt dat de zomer daarop.
De bloeiwijze is een pluim, met kleine blauwe bloempjes. In tegenstelling
tot alle andere soorten uit de familie Boraginaceae,
zijn de bloemen bij het geslacht Echium
onregelmatig. Doordat de bloempjes schuin naar boven zijn gekeerd, zijn ze
tweezijdig symmetrisch. De bloemvorm is een vijfdelige kelk en een
vijfdelige kroon. De vijf meeldraden groeien eerst uit en pas daarna de stamper, waardoor
zelfbestuiving wordt voorkomen. De uitgegroeide stamper hangt buiten de bloem en
is aan het einde gevorkt
en lijkt op een
slangentong. De bloemen worden bezocht door bijen, vlinders en zweefvliegen.
Nadat er vruchtjes zijn gevormd, sterft de plant af. Slangenkruid komt evenals een groot aantal andere soorten
uit de familie Boraginaceae vooral
voor op zonnige open plekken, die gauw warm worden. In de duinen vinden we deze
mooie plant op zogenaamde ruderale standplaatsen: omgewerkte grond, langs paden
en wegen en bij konijnenholen Vaak is deze grond humusarm, maar
stikstofrijk. E. vulgare wordt
dikwijls samen met de teunisbloem (Oenothera ssp.)
en andere één- of tweejarige planten aangetroffen. Het geslacht Echium
heeft op de Makaronesische archipel (Canarische eilanden, Madeira en Azoren) een
grote radiatie in soorten opgeleverd, waarbij er per eiland een andere Echiumsoort
gevonden wordt. Deze situatie is vergelijkbaar met die van de vinken op de
Galapagoseilanden en is een voorbeeld hoe geografische isolatie een rijkdom
aan soorten kan opleveren. In tegenstelling tot de één- of tweejarige planten
van het vastenland van Europa, zijn die van deze eilanden meerjarige gewassen
met een verhoutende stam. Op het Canarische eiland La Palma komt de soort Echium webbii voor. Een exemplaar van deze soort staat in het woestijngedeelte van de Drie Klimaten Kas. Een groot aantal soorten uit het geslacht Echium
wordt als sierplant gebruikt. Deze planten alkaloïden bevatten alkaloïden, waardoor
ze kunnen worden gebruikt als medicijn. Van de bladeren van E. vulgare worden
een thee getrokken,. die helpt tegen koorts en hoofdpijn.
Essences van andere Echium soorten (bijvoorbeeld E.
fastuosum) zouden helpen tegen depressies. In de Hortus kunt u het Slangenkruid in het duinven vinden. Literatuur Vernon Heywood E.J. Weeda, R. Westra, Ch.
Westra en T. Westra Westhoff, V, P.A. Bakker,
C.G. van Leeuwen en E.E. van der Voo Echium Welcome Page Echium Flower Essence for Despair, Hopelessness, and Giving Up Echium Vulgare page Aussaat-
und Kulturhinweise für Makaronesische Echium Arten (Natternköpfe) Links Meer informatie over de slangenkruid kunt u onder andere vinden op:
Deze pagina is het laatst aangevuld op maandag 8 mei 2006.
Voor aanvullingen of reacties, stuur mij een email: email: Fred Triep
|