Een ingekorte versie van dit artikel verscheen in de Hortuskrant van september 2010 door Fred Triep
In het kader van het thema Biodiversiteit wil ik in
aandacht schenken aan de baobab. Er zijn acht soorten in het geslacht
Adansonia (baobab). Van deze soorten
komt er één op het vastenland van Afrika voor (A. digitata) en één in het noordwesten van Australië (A.
gregorii). De zes andere soorten komen alleen op het eiland Op de rode lijst
De meest
kwetsbare soort van het geslacht is de
Het geslacht Adansonia werd vroeger samen met andere flesvormige bomen ingedeeld
bij de familie Bombaceae, samen met de
kapokboom (Ceiba pentandra), de
flame tree (Brachychiton acerifolius),
de balsa boom (Ochroma piramidale)
en de doerian (Durio zibethinus).
Moleculair biologisch onderzoek heeft laten zien, dat de geslachten uit
die oude familie een sterk verwantschap met andere planten uit de
Malvaceae (kaasjeskruidfamilie) hebben.
En daarnaast hebben de bomen uit deze groep waarschijnlijk ook niet één
voorouder. Daarom wordt de familie
Bombaceae sinds 1998 door het APG systeem gedegradeerd tot de onderfamilie
Bombacoideae in een vergrote familie
Malvaceae. Baobab’s kunnen 25 meter hoog worden en hebben een grote stamomtrek bij volwassenheid (tot 34 meter). Deze boom kan veel water opslaan en daardoor negen maanden zonder bladeren in leven blijven. Gedurende het natte seizoen heeft de boom handvormige gedeelde bladeren en dan vult hij ook zijn waterreserves aan. Aan de top van de boom verschijnen ook de witte bloemen, die door de sterk geur vleermuizen aantrekt. Deze dieren bestuiven ook de bloemen. De bloemen bestaan uit 5 kelkbladen en 5 omgekrulde kroonbladeren. De bloem is na een nacht al weer uitgebloeid.
De straf van de goden
De baobab
wordt door veel Afrikanen als een heilige boom beschouwd. Volgens een legende
van de
De holle stam
van de baobab kan worden gebruikt als hut, waterton of kano. De bast kan
verwerkt worden tot touw, waarvan manden kunnen worden gemaakt. De vruchten
kunnen gegeten worden en bevatten veel vitamine C. Omdat apen vaak de vruchten
van de baobab eten, worden de bomen ook wel apenbroodbomen genoemd. De bladeren
van de baobab zijn eetbaar en smaken naar een combinatie van brandnetel en okra.
De bladeren vormen een belangrijk onderdeel van het dieet in de Sahellanden. Ze
worden ook als medicijn gebruik tegen nier- en blaasproblemen.
In de Hortus
staat een nog klein exemplaar van Grandidier’s baobab in het woestijngedeelte van de Drie
Klimaten kas.
Literatuur
Baobab-
Wikipedia Rolf Roos e.a. Planten in de hoofdrol- Biodiversiteit uit de hele wereld in het hart van Amsterdam Hortus Botanicus Amsterdam, 2010 Stevens, P. F. (2001 onwards). Angiosperm Phylogeny Website. Version 9, June 2008 http://www.mobot.org/MOBOT/research/APweb/ Le Jardin Naturel- Adansonia or baobab http://www.baobabs.com/Baobabs_species.htm Tropische planten- met inbegrip van bomen, struiken en voedselgewassen Tirion Natuur, Baarn Wickens & Lowe (2008): The Baobab’s. Pachycauls of
Voor aanvullingen of reacties, stuur mij een email: email: Fred Triep
|