Een ingekorte versie van dit artikel verscheen eerder in de Hortuskrant van september 2012 door Fred Triep
Kalanchoe is een vetplantengeslacht uit de familie Crassulaceae met ongeveer tweehonderd soorten Deze familie bevat bladsucculenten (planten met verdikte bladeren) met radiaal symmetrische bloemen die bestaan uit 5 of 4 onderdelen. Deze plantenfamilie komt wereldwijd voor op plekken, waar langdurige fysiologische droogte (poreuze gronden, halfwoestijnen) bestaat. De grootste diversiteit is te vinden in Mexico, Zuid- Afrika, Madagaskar, Macaronesia (Azoren, Madeira, Canarische eilanden, Cabo Verde) en de Himalaya. Dik en behaard Het geslacht
Kalanchoe komt vooral uit Zuid- Afrika
of Madagaskar. In tegenstelling tot de rest van de familie bestaan de bloemen
hier uit vier delen, waarbij de bloemkroonbladeren tot halverwege vergroeid zijn
tot een buis. Dit zijn allemaal kruiden of struiken.
Kalanchoe beharensis (‘Olifant’ s oor’) is een struik, die de
proporties van een boom kan aannemen. Deze struik wil ik vooral bespreken, omdat
hij ook in het woestijngedeelte van de Drie Klimatenkas van de Hortus staat. Hij
wordt in het zuiden van Madagaskar aangetroffen. Deze plant heeft grote, dikke
en behaarde bladeren, die weerstand bieden aan vraat. Rijk bloeiend? Veel planten uit dit geslacht worden als sierplant gekweekt, zoals de Kalanchoe tomentosa (‘pandaplant’), eveneens afkomstig uit Madagaskar, waar hij op kale rotspartijen (‘inselberge’) op de hoogvlakte groeit. Ook Kalanchoe blossfeldiana (‘koraaltop’) wordt veel gekweekt. Hij wordt als rijk bloeiende kamerplant verkocht. Om deze thuis opnieuw in bloei te krijgen, moet u hem een streng regime van lange nachten geven, wat in de huiskamer zelden lukt. In Madagaskar is deze plant bekend van een enkele plek in het noorden.
Moeder van duizenden Een interessante groep uit dit geslacht zijn de planten uit het subgenus Bryophyllum, dat vroeger als een apart geslacht gerekend werd. Deze planten kunnen vegetatief nakomelingen vormen, doordat er op de bladranden kleine planten ontstaan. Deze vallen na enige tijd af en wortelen. Een bekende plant uit dit ondergeslacht is Kalanchoe daigremontiana (‘mother of thousands’), die ook als sierplant wordt gekweekt. De dikke driehoekige bladeren van deze soort zijn aan de onderkant paars gevlekt. Bijzondere stofwisseling Op Kalanchoe beharensis is onderzoek gedaan naar de stofwisseling. Men heeft daar de CAM stofwisseling (Crassulacean Acid Metabolism) ontdekt, dat later bij veel planten uit de familie Crassulaceae en andere xerofyten (droogteresistente planten) bleek voor te komen. Deze planten houden overdag de huidmondjes dicht, om uitdroging te voorkomen. Het koolstofdioxide, dat ze nodig hebben voor hun fotosynthese, halen ze ’s nachts binnen via de huidmondjes. Het wordt dan tijdelijk gebonden aan een organisch zuur, om overdag weer vrij te komen en opgenomen te worden in het proces fotosynthese. Korte dag planten De meeste Kalanchoe soorten zijn korte dag planten. Dat betekent, dat ze gaan bloeien in een periode van het jaar met korte dagen. In werkelijkheid is niet de lengte van de lichte periode bepalend voor de bloei, maar die van de donkere periode. Literatuur
Kalancho beharensis- Wikipedia, the free encyclopedia
Kalanchoe daigremontiana - Wikipedia
Crassulacean Acid Metebolism
Deze pagina is nieuw aangemaakt op donderdag 6 september 2012.
Voor aanvullingen of reacties, stuur mij een email: email: Fred Triep
|