De Teunisbloem

Dit artikel verscheen in de Plantage Hortus van maart 1990

door Fred Triep

Teunisbloemen vormen een geslacht van planten uit de familie Onagraceae. De soorten, die in Nederland in het wild voorkomen, zijn vanuit Noord Amerika in Europa gekomen. Tegenwoordig onderscheidt men in Nederland 3 soorten, namelijk de grote teunisbloem (Oenothera erythrosepala), de middelste of gewone teunisbloem (Oenothera biennis) en de kleine teunisbloem (Oenothera parviflora). Teunisbloemen bezitten langwerpige bladeren, die verspreid langs de stengel staan. De planten dragen rechtop of schuin omhoog staande felgele bloemen, die bestaan uit een losbladige bloemkroon van 4 kroonbladen. De bloemen bezitten een kelkbuis. De bloemen openen zich 's avonds. Dit wijst erop, dat deze planten door avond of nachtvlinders bezocht worden.

De kleine teunisbloem werd waarschijnlijk in het begin van de 17 de eeuw uit Canada in Europa ingevoerd. Deze soort komt op open kalkrijk zand voor, met name in de duinen. Het is in de afgelopen twee eeuwen een karakteristieke soort van de plantengemeenschap van helm en zandhaver geworden. Deze plantengemeenschap kan men op de zeereep aantreffen of op andere plekken, waar de duinvorming aan de gang is.

De gewone teunisbloem is inmiddels een vrij algemene plant geworden. Deze plant is al zo ingeburgerd, dat zijn introductie in Nederland waarschijnlijk al eeuwen geleden moet hebben plaatsgevonden. Hij komt voor op zandgrond en vooral op gestoorde zandgrond, bijvoorbeeld langs paden in de duinen, op zanddijken of opgespoten land.

Klik op de thumbnails, als je de grote foto's  (188 kB, respectievelijk 129 Kb) wilt zien

Links: Een teunisbloem (O. erythrosepala ?) in een tuin in Haarlem
Rechts: De bloemen van een teunisbloem (O. erythrosepala ?)

Foto: Fred Triep

De grote teunisbloem is de soort waarmee Hugo de Vries vooral werkte bij zijn erfelijkheidsonderzoekingen. Deze plant werd vanuit Texas via zaadhandelaren in Londen en Erfurt in de 19 de eeuw ingevoerd. Planten, afkomstig van zaad van tuinplanten werden in 1886 door Hugo de Vries voor het eerst gevonden in het bos bij 's Gravenland. Hoewel hij nog steeds als tuinplant wordt gekweekt, wordt de grote teunisbloem plaatselijk in grote aantallen in de natuur aangetroffen, vooral in de duinen. Teunisbloemen zijn tweejarige planten. In de Hortus kunnen we teunisbloemen aantreffen rondom het standbeeld van Hugo de Vries. Ze bloeien van juli tot september. Het is niet zeker, dat ze daar bij het verschijnen van dit nummer nog zullen staan.

Verzorging

Heeft u vragen over de verzorging van deze plant? Die kunt u stellen op mijn forum over de verzorging van planten. Misschien weet iemand het antwoord of staat er reeds een antwoord voor u.

Links

Meer informatie over de verschillende Nederlandse soorten teunisbloemen kunt u onder andere vinden op:

 

Deze pagina is het laatst aangevuld op maandag 8 mei 2006.

Voor aanvullingen of reacties, stuur mij een email:

Stuur je reactie ! email: Fred Triep

Terug naar: Terug naar: