Dit artikel verscheen in de Hortuskrant van december 2007 door Fred Triep
Het geslacht Dioon bestaat uit elf soorten, waarvan er tien in Mexico voorkomen en één (D. mejiae) in Nicaragua en Honduras. Zij groeien op steile, rotsige hellingen, waar weinig bodemvorming heeft plaatsgevonden. Het geslacht werd in 1843 door John Lindley beschreven onder de naam Dion. Dion komt uit het Grieks, waarin het “twee eieren” betekent. In 1846 werd de naam Dion door een andere auteur gewijzigd in Dioon en die spelling is later geconserveerd door de International Code of Botanical Nomenclature. Dioon edule komt voor in het overgangsgebied tussen tropisch bladverliezend bos en eikenbossen in de Sierra Madre Oriental (de bergketen langs de kust van de Golf van Mexico) tussen zeeniveau en 1500 m hoogte. De stam kan tot 3 m hoog worden, met een diameter van 30 cm. De bladeren aan de top van de stam zijn 70 tot 140 cm lang en bestaan uit ongeveer 120 tot 160 blaadjes. In de literatuur over deze plant worden hoge leeftijden vermeld: oude exemplaren zouden vele honderden jaar oud kunnen zijn. De soortaanduiding edule (afgeleid van het Latijnse woord edulis = eetbaar) wijst er op, dat delen van de plant gegeten kunnen worden. De zaden worden door de lokale bevolking geroosterd en tot meel gemalen, waarna men er tortilla’s van bakt. Een vrouwelijke kegel kan meer dan honderd zaden bevatten. De rijping van de zaden duurt meer dan een jaar. D. edule is te onderscheiden van de andere soorten van het geslacht Dioon door de afwezigheid van doorns aan de randen van de bladeren bij de volwassen planten. Zaailingen en jeugdige exemplaren van deze soort hebben die doorns nog wel. De Cycadeeën hadden hun bloeiperiode in de geologische periode Jura (190 - 136 miljoen jaar geleden). De verspreiding van deze groep over de wereld nam daarna af. Maar uit recent onderzoek blijkt dat de soort D. edule zich na de ijstijden nog over grotere gebieden van Mexico verspreid heeft. De genetische diversiteit van de noordelijke populaties blijkt veel kleiner te zijn dan die van de zuidelijke populaties, wat er op wijst dat de soort zich van zuid naar noord heeft verspreid. De noordelijke populaties worden tot de variëteit augustifolium gerekend, maar mogelijk moet deze variëteit opgewaardeerd worden tot een nieuwe soort Dioon augustifolium. Dioon edule is een bedreigde plantensoort. Hij staat op de rode lijst van het IUCN (= International Union of the Conservation of Nature). Zijn groeiplaatsen worden met name door de mens bedreigd. Hij loopt onder andere zo’n gevaar te worden uitgeroeid, omdat zijn groeigebieden zo versnipperd zijn. Daarnaast sneed de plaatselijke bevolking vroeger de koppen uit de bomen om die te verkopen. De in Engeland opgeleidde botanicus Andrew Vovides wist rond 1990 de plaatselijke bevolking bij het dorp Monte Oscuro (in de deelstaat Veracruz) te overreden: als ze deze planten zouden gaan kweken, dan zouden ze er veel langer geld aan kunnen verdienen. Sinds die tijd is er een kwekerij van D. edule, waardoor de druk op de wilde populaties is afgenomen. De bevolking is zich ook verantwoordelijk gaan voelen voor de oorspronkelijke populaties. Door regelmatige patrouilles probeert men de stroperij van deze planten tegen te gaan. In de Hortus staat Dioon edule in de zomer in het Coniferenperk. De soort is niet volledig winterhard en de plant staat daarom vanaf oktober in de palmenkas. In deze kas kunt u in een vitrine ook een grote vrouwelijke opengesneden kegel zien, die geconserveerd is in alcohol. Ook een klein exemplaar van de verwante soort D. mejiae kunt u in deze kas vinden. In het Pinetum Blijdestein in Hilversum staan nog enkele kleinere exemplaren van D. edule en andere soorten uit het geslacht Dioon. Literatuur
David L. Jones
Loran M. Whitelock
Gonzales- Astorga,J et al.
Mexicaanse palmvaren - Wikipedia Mijn Cycads Review
of significant trade - Cycads
Donaldson, J.S. 2003 Dioon edule.
Voor aanvullingen of reacties, stuur mij een email: email: Fred Triep
|