Dit artikel verscheen in de Plantage Hortus van december 2002. In de Hortuskrant verscheen eerder (maart 2002) een artikel over de boterbloem, waartoe de waterranonkel hoort. door Fred Triep
De waterranonkel heb ik al eerder in de Hortuskrant genoemd
in verband met een bespreking van de boterbloem. Alle soorten waterranonkels
behoren evenals de op het land groeiende boterbloemen tot het geslacht Ranunculus. Bij vrijwel alle waterranonkels worden er twee verschillende typen bladeren gevormd, afhankelijk van de milieuomstandigheden. Er zijn drijvende bladeren en ondergedoken bladeren. De drijvende bladeren zijn gelobd of gedeeld, de ondergedoken bladeren zijn herhaaldelijk gevorkt met draadvormige slippen.
In Nederland komen zeven waterranonkelsoorten voor. Het onderscheiden van de soorten is voor amateur-botanisten een heksentoer. Er is veel variatie binnen de soorten en waarschijnlijk overlappen de kenmerken van de verschillende soorten elkaar. De zeven soorten kunnen in een reeks gezet worden van zeer ondiep water naar vrij diep water, waarbij de klimopwaterranonkel (R. hederaceus) aan de ondiepe kant staat. Deze in Nederland zeldzame waterranonkel heeft alleen drijvende bladeren. Aan de andere kant van de reeks staat de stijve waterranonkel (R. circinatus). Deze waterranonkel vormt alleen ondergedoken bladeren. De vijf andere soorten, die in de reeks tussen de deze twee soorten staan, hebben zowel drijvende als ondergedoken bladeren. De zilte waterranonkel (R. baudotii) houdt van zoet tot licht brak water en komt daarom vooral voor in het Deltagebied en in de buurt van de Waddenzee. De vlottende waterranonkel (R. fluitans) houdt van stroming, deze waterranonkel treffen we vooral in beken aan. Omdat beken met stroming in Nederland eigenlijk alleen maar in Zuid- Limburg voorkomen, is het verspreidingsgebied van deze soort tot dat gebied beperkt. Drie soorten waterranonkels komen in Nederland vrij algemeen voor, zij het ieder in een bepaald plantengeografisch district. De stijve waterranonkel, (R. circinatus) komt voor in sloten, kanalen en plassen met voedselrijk water en is algemeen in het rivierendistrict en het Hafdistrict. De gewone waterranonkel, (R. peltatus) is vrij algemeen in het oppervlaktewater op de diluviale zandgronden en het aangrenzende rivierendistrict. De fijne waterranonkel, (R. aquatilis) komt in ondiep voedselrijk water voor, maar wordt daarbij zelden op de zandgronden gevonden. Voor de mens heeft de waterranonkel onder andere waarde als ‘sierplant’ in vijvers. Daarnaast vermeldt een site op het internet, dat de waterranonkel als verse groente gegeten kan worden en als keukenkruid gedroogd kan worden. Maar met deze suggestie moet u mogelijk voorzichtig omgaan, omdat de meeste planten uit het geslacht Ranunculus en uit de Ranonkelfamilie licht giftig zijn. In de Hortus komt R. circinatus voor in de ronde vijver.. Literatuur Vernon Heywood E.J. Weeda, R. Westra, Ch. Westra en T. Westra L. Watson and M. J. Dallwitz (1992 onwards). Waterranonkel Links Meer informatie over de verschillende soorten waterranonkels kunt u onder andere vinden op:
Deze pagina is het laatst aangevuld op zaterdag 13mei 2006.
Voor aanvullingen of reacties, stuur mij een email: email: Fred Triep
|