Dit artikel verscheen in de
Hortuskrant van september 2005
door Fred Triep
In dit nummer met het thema Vruchten en zaden wil ik aandacht
schenken aan de Johannesbroodboom, een boom die grote peulen van dertig tot
veertig cm lengte vormt. De Johannesbroodboom (Ceratonia
siliqua) komt
oorspronkelijk uit het oostelijke deel van het Middellandse zeegebied, maar werd
in historische tijden in het hele gebied verspreid. De boom is later ook naar de nieuwe wereld
gebracht, waar hij goed gedijt in mediterrane streken met droge hete zomers en
koele winters (Californië, Australië)
De boom De boom kan 7 tot 10 meter hoog worden. Hij
wordt langzaam volwassen: de eerste bloemen verschijnen pas na 5 tot 6 jaar. De veervormig samengestelde
bladeren staan verspreid langs de stengels. Ze zijn opgebouwd uit
zes tot tien kleine blaadjes van tweeënhalf tot zes cm lengte, die elk ovaal
zijn met een afgeronde punt.
Klik op de thumbnails als
je de grote foto's wilt zien
Links: De Johannesbroodboom
in de Hortus met zitbankje eronder (in het subtropische deel van de Drie-
Klimatenkas) Rechts:Een takje van de Johannesbroodboom in de Hortus met bladeren Helemaal rechts: Een takje van een Johannisbroodboom
aan de Zuid- Italiaanse kust
Foto's : Fred Triep
Bloei
De bloemen verschijnen in kleine pluimen vanaf september en
zijn in een spiraal gerangschikt om de bloei-as. Bij de
meeste planten ontluiken de bloemen op de nieuwe plantedelen, maar bij deze boom
ontstaan ze op het kale oude hout, een verschijnsel dat cauliflorie wordt genoemd.
De
kleine bloemen zijn onopvallend en zes tot tweeëntwintig mm lang. Hoewel deze
boom tot de familie van de vlinderbloemigen (Fabaceae) behoort, is dat aan de bloem niet goed te zien.
Vlinderbloemigen hebben een asymmetrische bloembloem, die
uit vijf kroonbladeren bstaan. vijf kroonbladen, bestaat. De twee onderste kroonbladeren vormen de kiel, die
de stamper en meeldraden omsluit. Aan weerszijden hiervan liggen twee
kroonblaadjes, die de zwaarden worden genoemd. Het omhoog gerichte kroonblad
heet de vlag. De bloem als geheel lijkt op een vlinder. Maar bij de
Johannesbroodboom ontbreken de kroonbladeren. Er zijn wel kelkbladeren, die zijn
groen tot rood.
Klik op de thumbnails als
je de grote foto's wilt zien
Linksboven:
Tak met bladeren en halverwege de tak bloeiwijzen Linksonder: Verschillende bloeiwijzen,
bestaande uit meerdere bloempjes, ontstaan op de kale stam
Rechtsboven: Detail van jonge bloemen, de meeldraden zijn nog
zichtbaar Rechtsonder: Detail van oude bloemen,
de meeldraden zijn verdwenen en de vruchten (peulen) beginnen zich te
ontwikkelen.
Foto's : Fred Triep
Bestuiving en vruchtvorming
De bomen hebben eenslachtige bloemen (alleen mannelijke bloemen of alleen
vrouwelijke bloemen) of tweeslachtige bloemen. De verschillende geslachten
groeien op verschillende bomen. Insecten (bijen en vliegen) zorgen voor de
bestuiving, maar onderzoekers hebben ontdekt dat ook de wind hiervoor
kan zorgen. De peulen en de bonen van de Johanesbroodboom zijn zeer voedzaam. De naam
komt van de overlevering dat Johannes de Doper deze peulen zou hebben gegeten. De boom wordt
ookook
carobeboom genoemd, wat via het Spaans (algaroba) is.afgeleid van het
Arabisch kharoub. De peulen bevatten vijf tot vijftien zaden. De oude Grieken
ontdekten, dat de bonen vaak een identiek gewicht hadden. Daarom werden de bonen
gebruikt bij het vergelijken van gewichten. Zo ontstond de naam karaat, een
gewicht dat ongeveer overeenkomt met 200 milligram. Later
werd dit begrip gebruikt bij goud en edelstenen.
Klik op de thumbnails als
je de grote foto's wilt zien
Links: Een
Johannesbroodboom in Zuid Spanje met vruchten (peulen) Rechts:De vruchten (peulen) van een Johannesbroodboom
Foto's : Fred Triep
Gebruik van de peulen
De peulen worden in Zuid- Europa vaak als veevoeder gebruikt. In barre
tijden werden ze ook door mensen gegeten. De peulen bevatten veel suikers
en het eten ervan heeft een laxerende
werking. Vaak worden de peulen vermalen tot een poeder, dat vezelrijk en zoet is.
De
bonen zelf zijn rijk aan eiwitten. Zij worden tot meel gemalen,
waarmee kan worden gebakken. Ook wordt dit meel gebruikt als vervanger van
chocolade, door het te mengen met koude of warme melk.
In de voedingsindustrieworden het
johannnesbroodpitmeel gebruikt
als emulgator in verschillende voedingsmiddelen (ijs, sauzen, salades, enz.).
Het is in Europa toegelaten als een voedingsadditief onder nummer E 410.
Waar kunt u ze vinden?
De Johannesbroodbomen verdragen slechts lichte vorst:
tot maximaal vier graden. Zij komen daarom in Spanje en Portugal alleen langs de kust
voor. Toch is Spanje de grootste producent van de peulen, maar ze worden nu ook commercieel verbouwd in
Australie.
Pas recent (in 1980) werd er nog een tweede soort uit het geslacht Ceratonia beschreven, namelijk
C. oreothauma. Van deze soort bestaan twee
ondersoorten, één uit Oman en één uit Somalië.
In de Hortus staat de Johannesbroodboom in het Subtropische deel van de
Drie- Klimaten Kas, direct rechts van de ingang. Onder de boom staat een bankje,
zodat u rustig naar de boom kunt kijken.
Literatuur
Oleg Polunin and Anthony
Huxley Flowers of the Mediterranean Chatto and Windus, London, 1974,
vijfde druk
L. Battle and J. Tous
Promotions and use of underutilized and neglected crops,
17 Carob tree- Ceratonia siliqua
International Plant Genetic Resources Institute, 1997 http://www.ipgri.cgiar.com/publications/pdf/347.pdf